Filter uitspraken

Sorteren

  • De CAVP heeft in 2015 uitspraak gedaan in een procedure tussen 2 veterinair-farmaceutische bedrijven. Het betrof de vraag of bepaalde uitingen van een drietal diergeneesmiddelen op internet en YouTube kunnen worden aangemerkt als publieksreclame voor een recept-diergeneesmiddel, dat op grond van de Code is verboden. De CAVP oordeelt dat in de meeste gevallen hiervan sprake is. De totale uiting (tekst, grootte, kleurgebruik, gebruik van beelden, e.d.) speelt een rol of het als aanprijzend kan worden gezien en ook de vermelding van een naam van de adverteerder of de merknaam kan aanprijzend zijn. Het bedrijf dient de uiting met onmiddellijke ingang te staken.

  • In zaak 2013-1 betrof de klacht het gebruik van een stopteken in een advertentie, de uiting dat het vaccin complete immuniteit biedt en de uiting dat het vaccin een optimale bescherming biedt. De Commissie acht het gebruik van het stopteken en de uiting van optimale bescherming toelaatbaar, maar oordeelt dat de claim van complete immuniteit duidt op 100% bescherming, die het betrokken vaccin niet beidt. Deze laatste claim is derhalve misleidend. Als maatregel acht de Commissie voldoende dat de claim in de toekomst niet meer wordt gebruikt. Het terughalen van de brochure of het plaatsen van een rectificatie worden als te verstrekkend geoordeeld.

  • In zaak 2013-2 maakte een veterinair-farmaceutisch bedrijf bezwaar tegen de claim in de brochure dat een volvirus antigenen een betere immunogeniteit bieden dan antigenen die slechts bestaan uit delen van een virus. De Commissie acht deze klacht gegrond. Een bevel tot het sturen van een rectificatiebrief acht de Commissie een te verstrekkende maatregel, gezien de houdbaarheid van de brochure.

  • Het betrof hier een geschil tussen twee FIDIN-leden en had betrekking op de preventieve behandeling van vaarzenmastitis.

    • De aangeklaagde partij voerde een antibioticum dat werd aangeprezen ter preventie van vaarzenmastitis bij toediening rond het afkalven middels inspuiting in de nek.
    • De klagende partij stelde dat deze aanprijzing niet overeenkomt met de registratiebeschikking. Hierin is het product geïndiceerd voor behandeling van acute en subklinische mastitis gedurende de lactatie. Volgens de klager betekent dit: ‘behandeling na het afkalven’
    • De aangeklaagde partij voerde daartegenover aan dat lactatie tevens de melkvorming aanduidt die opgang komt voorafgaand aan het kalven.

     

    CAVP was van oordeel dat de tijdsbepaling ‘gedurende de lactatie’ in het spraakgebruik uitsluitend kan worden verstaan als ‘gedurende de periode van melkgift na het afkalven’. Deze interpretatie komt tevens overeen met de definitie van lactation in Black’s Veterinary Dictionary. Om die reden en door de promotie te richten op een preventieve werking, die nergens uit blijkt, handelde de aangeklaagde partij volgens de CAVP in strijd met de Code voor aanprijzing van veterinaire producten.

    De CAVP veroordeelde de aangeklaagde partij tot het onmiddellijk staken van de promotiecampagne en tot het uitgeven en verspreiden van een rectificatie onder de veehouders en dierenartsen.